Bokhoven 14 oktober 1746 - 's-Hertogenbosch 23 oktober 1814O.a. Drossaard van Bokhoven, schout te Loon op Zand, diverse functies in Bataafse en Franse tijd. Gehuwd 1e 1770 te Westwoud Maria Cornelia van Gootveld (Hoorn 1 januari 1750 - Loon op Zand 6 april 1774) (dochter van Gerebrand en Anna Hoeck) en 2e 1775 te 's-Hertogenbosch Wilhelmina Christiana de Roy van Wichen (aldaar 24 mei 1751 - Loon op Zand 8 november 1810) (dochter van Bernard Jacob en Christina Johanna Maria van Wichen). Is vermeld op de lijst van hoogstaangeslagenen in 1812. S.P.: 'Conseiller d'état extraordinaire, membre du corps legislatif de la Hollande. Membre de Conseil Départementale. Il jouit d'une grande considération, generalement estimé. Mr. Verheijen est commandeur de l'ordre de l'union'. | 358 |
Zoon van de drossaard van het graafschap Bokhoven, waarvan hij ook drossaard werd; was in 1796 en 1797 representrant, gekozen in het district Tilburg, in 1801 lid van het vertegenwoordigend lichaam, lid staatsbewind, in 1802 en 1803 daarvan ook voorzitter; afgevaardige naar het departementaal bestuur van Brabant. Lodewijk Napoleon benoemde hem in 1806 tot staatsraad; hij was ook lid van het wetgevend lichaam; in 1807 werd hij lid van de koninklijke orde van Holland, later van de koninklijke orde der unie en commandeur van de orde; was in 1810 voorzitter van de departementale raad Bouches du Rhin. Napoleon benoemde hem in 1812 tot commandeur der keizerlijke orde van de Reünie. In 1814 werd hij lid van de Staten Generaal voor Noord-Brabant. Hij was proost van de O.L. Vrouwe Broederschap. Zijn zoon mr. François Verheyen werd in de Adelstand verheven. | 246 |
Gedoopt 14 oktober 1746 te Bokhoven (kasteel), overleden 23 oktober 1814 te 's Hertogenbosch; ridder in de Orde van Verdiensten, commandeur in die van de Unie, lid van het Vertegenwoordigend Lichaam der Bataafse Republiek, voorzitter van het Staatsbewind, lid van het Departementaal Bestuur van Staats-Brabant en van het Vertegenwoordigend Lichaam van het Koninkrijk Holland, voorzitter van dem Algemene Raad van het Departement der Monden aan de Rijn, commissaris-generaal in dit Departement, Staatsraad, lid der Staten-Generaal. Huwde 1°. 18 februari 1770 te Westwoud Maria Cornelia (van) Grootvelt, gedoopt 1 januari 1750 te Hoorn, overleden 6 april 1774 te Loon-op-Zand (kasteel); 2°. 20 februari 1775 te 's Hertogenbosch Wilhelmina Christina de Roy, gedoopt 24 mei 1751 aldaar, overlden 8 november 1810 te Loon-op-Zand (kasteel). (Ouders: Bernardus Jacobus en Christina Joanna Maria van Wichen). |
Gedoopt in de R.K. kerk van St. Cornelius te Bokhoven 14 october 1746, vader Arnoldus, gedoopt te Oirschot 6 januari 1704, drossaard te Bokhoven, overleden te Loon op Zand 16 november 1759, moeder Godefrida Henrica Clercx, gedoopt te Bokhoven; trouwt te Westwoud 18 februari 1770 met Maria Cornelia van Grootveldt, overleden te Loon op Zand 6 april 1774, en in 2e echt voor schepenen van 's-Hertogenbosch 20 februari 1775 met Wilhelmina Christina de Roy van Wijchen, gedoopt in St. Jan te 's-Hertogenbosch 24 mei 1751, dochter van BernardJacobus de Roy en Christina Johanna Maria van Wichen, en overleden te Loon op Zand 8 november 1810 (S 's-Hertogenbosch 47, 122 en 567 en V. d. Dussen, Kwartierst.); vier kinderen uit 1e echt gedoopt in de R.K. kerk te Loon op Zand tussen 1770 en 1774 o.a 30 october 1770 mr Arnoldus Gerbrandus, lid der 2e en 1e Kamer, maire en burgemeester van 's-Hertogenbosch, uit 2e echt negen o.a. 1 februari 1779 Franciscua Xaverius, in 1814 vice-president van de Grote Vergadering te Amsterdam en griffier der Staten van Noord-Brabant (Alm. van N.Br.); sinds 1782 broeder en van 24 juni 1809 tot 24 juni 1810 rentmeester in de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap te 's-Hertogenbosch (Bossche Alm. 1810); vluchtte in 1794 bij de | 551 |
nadering der Fransen met zijn zoon Arnoldus Gerbrandus naar Hoorn (A.R.A. Req. Staten-Generaal 7875 d.d. 10 november 1794); van 19 october 1796 - 31 augustus 1797 afgev. voor Tilburg in de 1e Nationale Vergadering (A.R.A. Wetg. Colleges 8-18); was federalist; in 1796 en 1797 volksrepresentant in het district Tilburg, benoemd 12 september 1796 en 31 december 1797 (A.R.A. Wetg. Colleges 454 en Res. Repr. Bataafs Braband 31 december no 3); van 28 juli 1801 - 17 october 1801 lid van ht Vert. Lichaam van het Staatsbewind van 12 leden (A.R.A. Wetg. Coll 154 en Wag. XLIV blz. 119); bij Staatsbesluit van 9 september 1805 nos 33 en 34 benoemd tot lid van het Departementaal Bestuur van Braband en 24 september beëdigd (A.R.A. Rdpens. 71 exh. 30 september 1805 no 12); bij Kon. Besl. van 16 juli 1806 no 29 benoemd tot staadsraad in buitengewone dienst voor de sectie wetgeving (Bossche Alm. en Kon. Alm. en A.R.A. S.s.k.L. 3); 24 september 1806 beëdigd als lid van het Departementaal Bestuur van Braband en 6 october 1806 als lid van de Vergadering van Hun Hoog Mog. (A.R.A. S.s.k.L. index d.d. 6 october 1806 no 1 en Res. Departementaal Bestuur Brab. 24 september 1805 no 3); in 1806 drossaard van Bokhoven (Kon. Alm. ); van 6 october 1806 - 31 maart 1810 lid van het Wetg. Lichaam (A.R.A. Wetg. Lichaam 31, Fin. 808 en S.s.k.L. 491); in 1810 en 1813 voorzitter van de Algemene Raad van het dep. van de Monden van de Rijn (Alm. Dép. Bouches du Rhin); onder koning Willem I van 1 januari tot 6 april 1814 regeringscommissaris voor Noord-Braband (Tax. 1918 blz. 9 en 1925 blz. 7); overleden te 's-Hertogenbosch 23 october 1814 (Juten, Kwartierst. II no 94 (Tax. 1895 blz. 25 vlg., Voorname huizen II blz. 235 en genealogie van het geslacht Verheyden, Oisterwijk 1894). | 552 |
Katholiek. Dossaard van de heerlijkheid Bokhoven, een enclave in de Republiek. Schout van Loon op Zand. 1796 lid Nationale Vergadering, 1801 lid Staatsbewind, 1805 lid Departementaal Bestuur van Brabant, 1806 lid Wetgevend Lichaam. 1810-1813 voorzitter Algemene Raad Monden van de Rijn. Januari 1814 commissaris-generaal. Kind uit zijn huwelijk met M. Grootveld: A.G. Verheijen. Kind uit zijn tweede huwelijk met W. de Roy van Wychen: F.X. Verheijen. | 370 |
Nederland's Adelsboek (1950) 387; (1953) 35
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 20, 45, 55, 77, 181, 187, 189
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 783-784
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) Bijlage 104, 106
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 83, 355, 358, t5.3, t5.4, t10.11
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Bestaan in bedrijvigheid XXXII (1975) 159
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) I. 90, 94
Encyclopedie van Noord-Brabant 4 (1986) 246
W.J.F. Juten, Kwartierstaten van Nederlandsche Katholieken (1910) No. 94
A.F.J. van Kempen, Gouvernement tussen Kroon en Statenfacties LXXVI (1988) 15, 22-24, 29, 46-47, 63-64, 69-70, 81, 86, 117, 337, 353, 369-370
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest (1953) 551-552
Charles de Mooij, Eindelyk uit d'Onderdrukking (1988) 25
M.G. Wildeman, De Ridderschap van Noordbrabant (1903) No. 42, 60, 83, 92, 97, 100, 101
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) II. 235